De kibboets is een leefgemeenschap in Israël die gelijkheid en collectiviteit als basisgedachte heeft. Ze waren mateloos populair in de jaren tachtig en zijn tegenwoordig sterk gemoderniseerd.
Kibboetsen ontstonden als een combinatie van zionisme en socialisme aan het begin van de twintigste eeuw. Een samensmelting van de drang tot sociaaleconomische gelijkheid en een woonplaats in het Joodse heilige land.
Menig veertiger of vijftiger in Nederland heeft er jeugdherinneringen aan. Een paar maanden leven in een kibboets was het backpacken van dertig jaar geleden. Onder meer schrijfster Jessica Durlacher en politicus Geert Wilders brachten er een tijdje door.
Russische Joden
Begin twintigste eeuw, nog ver voor de Holocaust, vonden al regelmatig klopjachten op Joden plaats in het huidige Rusland. Niet verwonderlijk dus dat veel van hen naar het buitenland trokken: de meesten naar de Verenigde Staten, sommigen naar het toenmalige Palestina.
Het was geen bewuste keus om in groepen te gaan worden. Het was noodzaak. De immigranten moesten een agrarisch bestaan opbouwen in het Heilige Land, maar hadden vaak weinig kennis van landbouw. Bovendien was de Israëlische grond niet vruchtbaar.
Anarchisme
Tot overmaat van ramp bleken de bedoeïenen in het gebied waar zij neerstreken hen nou niet bepaald met open armen te ontvangen. De collectieve kibboets beschermde de Joden tegen plunderingen en andersoortige aanvallen.
De levensstijl van de kibbutzkin, zoals bewoners van een kibboets heten, had veel overlap met het communistische ideaal van Karl Marx en Friedrich Engels. Toch waren ze niet per definitie marxistisch. Vooraanstaande kibboetsen omschreven zichzelf vaak liever als anarchistisch.
De kibboetsbeweging was ook niet zozeer tegen een vrijemarkteconomie. Ze zagen zich meer als een collectieve organisatie binnen het kapitalistisch systeem.
Collectivisme
Centraal in de kibboets stond en staat vooral collectivisme. Tot ver in de jaren zeventig werd dit principe zeer serieus genomen. Niets was privébezit. Alles op de kibboets behoorde toe aan alle kibbutzkin gezamenlijk.
Kleren had je als kibbutzkin dus niet individueel, maar moest je met anderen delen. Ook eten en drinken waren collectief bezit. Boeken, fietsen en gereedschap was van iedereen. Persoonlijk eigendom bestond niet.
Zelfs het sociale leven was collectief. Eten, drinken, sporten, ontspannen. Alles deden de kibbutzkin als groep. Het was op veel kibboetsen zelfs niet toegestaan tijdens het gezamenlijke eten naast je man of vrouw te zitten. Het huwelijk werd als een ongewenste uiting van exclusiviteit gezien.
Populair
Het hogere ideaal van gelijkheid tussen mannen en vrouwen, en het idee van volstrekte economische egalisatie, maakten de kibboets vooral na de Tweede Wereldoorlog immens populair.
Leefden er in 1922 nog slechts zevenhonderd mensen in een kibboets in Israël, in 1950 waren dat er al 65.000 (7,5 procent van de totale bevolking) en op de absolute top in 1989 waren dat er zelfs 129.000.
Bezoeken van een kibboets
In de jaren negentig werden veel kibboetsen, als gevolg van leegstroom, wat gemoderniseerd. De val van de communistische Sovjet-Unie berokkende de utopische droom ook in Israël schade. Tegen de globalisering bleek de kibboets oude stijl bovendien slecht bestand.
Er werden op de kibboets ongelijke lonen ingevoerd. Het privéleven deed zijn intrede. En de collectiviteit van goederen verdween gedeeltelijk.
Nu zijn veel kibboetsen te bezoeken of bieden zelfs accommodatie. Je krijgt een rondleiding en uitleg over de principes achter de kibboets. Het geeft een prachtig inzicht in hoe de meest idealistische babyboomers backpackten avant la lettre.